maandag 25 februari 2013

Geld en geven

Het februarinummer van Uitdaging had als thema ‘Geld en geven’. De afgelopen week ontving ik een reactie hierop van Bert van der Laan. Graag geef ik die reactie hieronder weer. Een goede aanleiding voor mij om in de loop van deze week wat gedachten door te geven over geld.





Als je Jezus gaat volgen, zit daar alles bij. Alles. Dus ook je geld. Anders houd je toch wat achter. Dat betekent dat AL je geld van de Heer is. Dat klopt ook, want wij zijn rentmeester (1 Petrus 4:10) en wij bezitten dus niets, alles is van de Heer. Dat haalt gelijk alle spanning weg van ons bestedingspatroon. Nee natuurlijk, want we moeten wel goed rentmeester zijn. Maar dat mag vanuit de ontspanning die de Heer ons geeft. Dus als je tienden geeft, is dat prima. Als je meer geeft, is dat prima. Als je minder geeft, is dat prima. De basisregel is: Het is heerlijk om te geven. Je moet er ook niets van terugverwachten anders is het geen gift.

Ik was een keer op bezoek bij mensen die van giften leefden en de luxe waarin zij leefden, verbaasde mij. Ik heb daaruit geleerd dat je de gift volkomen moet loslaten. Anders is het geen gift. Dan koop je er namelijk iets voor terug. Bijvoorbeeld je wilt weten wat het bestedingspatroon is van degene aan wie je hebt gegeven, en dan heb je niet gegeven!

Als je over te weinig geld beschikt, kan het zijn dat je te weinig geeft. Vorig jaar liepen mijn inkomsten terug, en na afloop van het jaar constateerde ik dat ik meer had gegeven. Maar dat is dus geen wet, Jezus laat daarin vrij!

Geld is, zoals de bijbel ons waarschuwt, een gevaarlijk middel. We moeten er iedere keer bij stil staan dat dit zo is, zoals Jezus ons waarschuwt. En ons realiseren dat we rentmeester zijn en het dus niet van onszelf is. En zo mogen we omgaan met hetgeen de Heer ons toevertrouwt. Met vallen en opstaan. Dat moet ik mijzelf dus net zo goed voorhouden.

Bert