woensdag 29 mei 2013

De gave van geloof

In 1 Corinthiërs 12:9 wordt de gave van geloof genoemd. Hierbij gaat het niet om het geloof en het vertrouwen dat alle christenen (moeten) hebben in God. Immers, uit de context blijkt dat niet alle christenen deze gave van geloof hebben. Het gaat hier om een bijzonder geloof, een extra geloofsdimensie die vaak gekoppeld is aan een bepaalde gebeurtenis.

Met andere woorden, dit bijzondere geloofsvertrouwen is niet altijd automatisch aanwezig, maar heeft vaak te maken met unieke omstandigheden waarin de persoon of de Gemeente zich bevindt. De gave van geloof geeft sommige christenen de mogelijkheid een buitengewoon groot vertrouwen te hebben in God en in Zijn voorzieningen. Christenen die deze gave hebben, durven in bepaalde omstandigheden God te vertrouwen voor het onmogelijke. Het zijn vaak ‘visionairs’ die anderen weten aan te vuren door hun enthousiasme en Godsvertrouwen. Het zijn christenen die door hun geloof bergen kunnen verzetten (Mattheüs 17:20).

In de Bijbel vinden wij vele voorbeelden van dit bijzondere geloofsvertrouwen. Een echt mooi voorbeeld is de centurio van Kafarnaüm (Mattheüs 8:5-13). Toen Jezus hoorde van de ziekte van zijn knecht, bood Hij aan om met de centurio mee te gaan om zijn slaaf te genezen. (Wat wil een mens nog meer!) De centurio vond het echter te veel gevraagd van Jezus. "Daarop zei de centurio: Heer, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt, U hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen." (Mattheüs 8:8) Wat een geloof! Jezus was onder de indruk van het geloof van deze man. "Tegen de centurio zei Jezus: Ga naar huis. Zoals u het geloofd hebt, zo zal het gebeuren." (Mattheüs 8:13) Precies op dat moment werd de knecht genezen.